Ik passeer een vrouw, en ze kijkt naar me. Ze is bang: haar eerste reactie is schrok, Vluchten of vechten. En waarom? Ik loop hard door de bos, en heb mijn pet op, Mijn zwarte handschoenen aan. En ik heb een baard. Ik ben donker, of donkerder dan wat ze gewend is: „misschien is hij licht getint?” Ik bagatelliseer. Duizenden jaren hebben geleid naar de spanning in haar spieren. Miljoenen mannen hebben miljoenen vrouwen mishandeld, verkracht, ontvoerd, gedood. Dus ik kijk naar haar, en ik probeer zacht te zijn, zacht te wezen. Ik toon nog geen glimlach, maar ik laat zien dat ik ondschuldig ben. dat ik haar nooit wat aan zou doen. Mijn baard is er omdat ik ook slachtoffer ben van een vrede wereld waar mannen mannelijk moeten zijn. Ik kijk haar eventjes aan en dan loop ik verder de bos in.